Ladder duurzame verstedelijking

1 juli 2017: Nieuwe Ladder van Duurzame Verstedelijking

Hoewel op 1 juli 2017 de hierna beschreven Ladder van Duurzame Verstedelijking om praktische redenen is vervangen door een nieuwe Ladder, wordt vrijwel hetzelfde beoogd. De nieuwe ladder bevat geen treden meer. Trede 1 en 2 zijn samengevoegd en trede 3 is geschrapt. Klik hier voor meer informatie over de Nieuwe ladder en de handreiking voor bedrijventerreinen.
Naast deze handreiking heeft de Provincie Zeeland in de Omgevingsverordening Zeeland 2018 aanvullende regels voor de Ladder gesteld. Zie hoofdstuk 2, Artikel 2.3 Bedrijven


De vorige Ladder van Duurzame Verstedelijking

Deze dient om te voorkomen dat onnodig natuur of landbouwgrond wordt opgeofferd voor b.v. woningbouw of bedrijventerrein.

Ieder, die betrokken is bij ruimtelijke plannen van provincies en gemeenten, dient daarom gebruik te maken van dit hulpmiddel ter bevordering van efficiënt ruimtegebruik:

De ladder voor duurzame verstedelijking.

Als voor een beoogd gebied voor bedrijventerrein, zoals de Trekdijk, niet aan de 3 treden van de ladder wordt voldaan, voldoet het niet aan de provinciale omgevingsverordening.

TOELICHTING PER TREDE

Trede 1
Er moet worden aangetoond dat er een actuele regionale behoefte bestaat aan nieuw bedrijventerrein. Immers, als er geen behoefte bestaat, dan is het niet zinvol en ongewenst om daar schaarse ruimte aan op te offeren.

Voor onze regio Walcheren wordt deze trede "genomen" door aan de hand van een onafhankelijk opgestelde vraagraming ( bv. door STEC-groep ) te bepalen of het aanbod op Walcheren voldoende is om aan de verwachte vraag voor de komende 10 jaar te voldoen. Overigens vallen de door North Sea Port beheerde zeehaventerreinen in Vlissingen-Oost er buiten.
Toen volgens de STEC-vraagraming van 2016 er volgens de provincie en Vlissingen geen noodzaak was van een bedrijventerrein aan de Trekdijk, heeft Middelburg een eigen onderzoek uit laten voeren door Ecorys. Zie ook verderop.



Trede 2
Indien aan Trede 1 wordt voldaan, is dus sprake is van een actuele regionale behoefte. Vervolgens dient onderzocht te worden in hoeverre bestaande bedrijventerreinen in die behoefte kunnen voorzien door herstructurering, transformatie of anderszins. Ofwel herstructureren gaat voor nieuwe locaties en ruimte benutten op of grenzend aan bestaande bedrijventerreinen heeft voorrang. Volgens de provinciale omgevingsverordening moet het bijdragen aan of niet in strijd zijn met de doelstelling dat 80 procent van de bedrijvigheid regionaal wordt geclusterd op of aansluitend aan grootschalige bedrijventerreinen. Overigens heeft de Provincie op 28 maart 2023 de genoemde 80 % vervangen door "in overgrote mate".

Om herstructureren te bevorderen stelt de provincie Zeeland regelmatig aan gemeenten subsidies beschikbaar. Indien nodig kan de Provincie zelfs hulp van het rijk inroepen. De provincie stelt over het algemeen we als voorwaarde dat de betrokken gemeenten tot afspraken komen in het regionale bedrijventerreinprogramma. Op Arnestein is nog ongeveer 9 hectaren bedrijventerrein onbenut: 4,2 hectaren in bezit van Eastman en bijna 5 hectaren in gebruik door fam. Kluijfhout.


Trede 3
Indien uit het onderzoek van Trede 2 blijkt dat de ontwikkeling niet kan plaatsvinden op of grenzend aan het bestaand bebouwd gebied, dan dient onderzocht te worden in hoeverre de nieuwe locatie bereikbaar is of is te maken voor de verschillende middelen van vervoer.

Zeker met transportbedrijven op de Trekdijk zijn door de verwachte toename van het vrachtverkeer problemen te verwachten.


Ook scenario's werkgroep Trekdijk moeten getoetst aan ladder
Ook de twee bij het participatieproces ingebrachte scenario's van de werkgroep dienen te worden beoordeeld aan de ladder.
De door de gemeente uitgevoerde ambtelijke toetsing zegt er op pag. 3 het volgende over:
Het plangebied Trekdijk is geen bestaand stedelijk gebied, dus de ladder van duurzame verstedelijking is hier van toepassing.
De ladder duurzame verstedelijking is een instrument voor efficiënt ruimtegebruik. De gemeente zal bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen moeten motiveren dat er behoefte aan de ontwikkeling is en dat dit niet opgevangen kan worden in het bestaand stedelijk gebied. Bij de scenario's van de werkgroep gaat het om de volgende stedelijke functies: sportpark, bedrijvigheid, zorgwonen of huisvesting arbeidsmigranten en de multifunctionele accommodatie.


Ladder speelt rol bij bestemmingsplanprocedure Trekdijk
Na jarenlange onenigheid over de Trekdijk lukte het Middelburg in 2017 om met steun van de provincie en met tegenzin van Vlissingen "afspraken" te maken over 5 hectare Trekdijk. Omdat de financiële problematiek bij de ladder geen rol hoort te spelen, heeft Middelburg de provincie "overtuigd" van de noodzaak met een Markttoets Trekdijk door Ecorys.
Hier staat op pagina 5: De markttoets wordt uitgevoerd met het oog op de ladder voor duurzame verstedelijking die vraagt om een zorgvuldige ruimtelijke ordening aan de hand van de voorgeschreven treden van de laddertoets.
De ladder speelt opnieuw en een doorslaggevender rol bij de procedure om het bestemmingsplan te wijzigen. Tussen het maken van afspraken in het bedrijventerreinprogramma Walcheren en een wijziging van het bestemmingsplan kunnen meerdere jaren liggen.
Er kan ondertussen veel veranderd zijn.

Bovenstaande zou o.a. moeten inhouden:
  • Dat de gemeente Middelburg zal moeten aantonen dat het niet mogelijk is gebleken de nog onbenutte ruimte op Arnestein te gebruiken alvorens de landbouwgrond aan de Trekdijk op te offeren voor een bedrijventerrein.
  • Als bovendien niet aangetoond kan worden dat eventuele andere bouwplannen niet binnen bestaand gebouwd gebied mogelijk is, de Trekdijk voorlopig gewoon groen kan blijven.
  • Dat als gevolg van de coronacrisis voorzichtigheid is geboden. Een begin 2020 door de STEC-groep uitgebracht rapport over de impact van de coronacrisis zegt hierover:
    "Belangrijke conclusie is dat de gevolgen van de coronacrisis nog heel onzeker zijn" en "We verwachten in 2021 en daarna wel effecten als steunmaatregelen aflopen en faillissementen en werkloosheid naar verwachting toenemen. Hierdoor kan vraaguitval optreden op de korte termijn (2020-2022). Hierdoor schuift de geraamde ruimtevraag uit de bedrijventerreinenprognose een aantal jaar op. Ofwel: het verwachte ruimtebeslag wordt niet in 2030, maar zeg in 2032 gehaald". Gezien alle onzekerheid wordt erop aangedrongen pas een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen als er een concrete vraag ligt.

Hans van Hal
juni 2023